Artistieke duizendpoot

Wijnand Otto Jan Nieuwenkamp (1874-1950), telg uit een Amsterdamse redersfamilie, was in artistiek opzicht buitengewoon veelzijdig. De meeste bewonderaars kennen hem als graficus en kunstschilder, maar hij was ook architect, scheepsbouwer, schrijver, ontdekkingsreiziger, kunstverzamelaar en etnograaf. Hij was zeer productief en liet veel werk na.

Hij groeide op in Amsterdam, werd volwassen in Haarlem, en vond als kunstenaar zijn thuisbasis in achtereenvolgens Edam, Rome en Florence. Zijn vele verre reizen naar met name Nederlands Indië hebben hem als kunstenaar èn als mens gevormd.

Biografie Wijnand Otto Jan Nieuwenkamp

Wijnand Otto Jan Nieuwenkamp werd geboren te Amsterdam op 27 juli 1874. Hij stierf op 23 april 1950 te San Domenico di Fiesole in Italië, waar hij vanaf 1926 woonde.

Vorming en opleidingen
Nieuwenkamp’s vader (Willem Gerrit) was directeur van de door zijn vader (Wijnand Otto Jan) en diens broer opgerichte onderneming, WOJ Nieuwenkamp’s Handelmaatschappij. Zijn aanvankelijke wens was dat Nieuwenkamp theologie zou gaan studeren en hij werd naar het Gymnasium in Haarlem gestuurd. Die opleiding mislukte al spoedig en Nieuwenkamp vervolgde zijn schoolopleiding in Amsterdam. Nieuwenkamp, die al als kind was begonnen met tekenen, wilde kunstenaar worden. Na zijn schooltijd ging hij in 1892 op aandringen van zijn vader toch op diens kantoor in Amsterdam werken. Dit was geen succes. (Dat was nu helemaal niets voor mij, om dag in dag uit op zo’n kantoorkruk rond te draaien.) In 1894 liet Nieuwenkamp zich inschrijven bij de Rijksschool voor de Kunstnijverheid in Amsterdam. Ook daar hield hij het echter niet lang vol, en hij besloot zichzelf het kunstvak aan te leren. Dit alles leidde ertoe dat zijn vader in financieel opzicht zijn handen van zijn zoon aftrok.

Nieuwenkamp kiest eigen weg
Nieuwenkamp voorzag vanaf dat moment in zijn eigen onderhoud door het maken van illustraties voor diverse tijdschriften, waaronder het bekende Eigen Haard. Hij woonde zelfstandig in de Rode Buurt van Haarlem en bouwde daar zijn eigen atelier. Hier woonden ook de kunstenaars en zijn latere vrienden J.M. Graadt van Roggen (1867-1959), J.G. Veldheer (1866-1954) en Willem Vaarzon Morel (1868-1955). Van hen stak hij veel op, hij leerde etsen van Graadt van Roggen en met beide andere kunstbroeders reisde hij rond in opdracht van verschillende tijdschriften. Hij werd lid van de kunstenaarsvereniging ‘Kunst zij ons Doel’ die wekelijks bijeenkwam en veel sprak over de nieuwe ideeën die zich in die tijd aandienden.

Authentiek
Tussen ca. 1885 en 1915 stond de Nederlandse kunstproductie ook internationaal in hoog aanzien. Het werk van W.O.J. Nieuwenkamp behoort duidelijk tot die periode. De ‘Kunst rond 1900’, zoals we die periode thans noemen, had zijn wortels in de jaren daarvoor: Art Nouveau, het werk van William Morris in Engeland en de bijbehorende zeer ambachtelijke werkmethoden en typografie. Dit alles sprak sterk tot Nieuwenkamps verbeelding. Zijn werk vertoont dan ook invloeden van de Jugendstil, Art Nouveau en Art Deco, maar hij sloeg een eigen weg in. Zijn stijl was volstrekt uniek en altijd herkenbaar. Kunstenaar en kunstcriticus R.P.W, de Vries (1874-1952) schreef in 1924:
Nieuwenkamp’s aanleg deed hem een voor zijn gaven eigen weg kiezen, en deze is hij steeds blijven volgen, waardoor zijn werk dan ook tussen dat der grafische kunstenaars van deze tijd een geheel aparte plaats inneemt. Wij moeten daarom zijn werk niet willen vergelijken met dat van andere kunstenaars die in het oosten gewerkt hebben. Nieuwenkamp is nu eenmaal Nieuwenkamp, en geen ander. Voila tout!

Reizen naar Nederlands Indië

Vanaf 1898 leidden zijn talrijke reizen hem naar de eilanden van de Oost-Indische archipel, voornamelijk naar Bali. Daar fietste hij rond met zijn tekengerei om al zijn indrukken snel te kunnen vastleggen (een fietsende blanke kunstenaar had men daar niet eerder gezien), en ook verzamelde hij -vaak in opdracht- kunstvoorwerpen. Het zijn met name deze reizen naar Nederlands India, die een belangrijke invloed hadden op zijn ontwikkeling als kunstenaar en als mens. (Balinese periode, link).

Omzwervingen

In 1900 trouwde Nieuwenkamp met Anna Wilbrink uit Lunteren. Hij was haar achterneef. De eerste jaren woonden zij op De Zwerver, een prachtig woonschip -met atelier- dat hij zelf ontwierp en hielp bouwen. Tot 1910 zwierf het jonge gezin met deze boot over de wateren van Nederland, België en Duitsland. Hun vier kinderen werden in deze periode geboren.
In 1910 vestigde het gezin zich in Edam, wederom in een door Nieuwenkamp zelf ontworpen en gebouwd onderkomen (huis en atelier). Eind 1920 verliet hij met zijn vrouw en zijn twee jongste kinderen Nederland. Zij woonden vanaf de winter van 1920-21 op Sicilië, vervolgens in Rome en vanaf 1926 in San Domenico di Fiesole, nabij Florence, in de schitterende villa Riposo dei Vescovi (Bisschopsrust) die Nieuwenkamp voortdurend verfraaide. Hier woonde hij tot aan zijn dood in 1950.

Steun van zijn vrouw
Zijn vrouw Anna kwam uit een vermogende familie. Vader Wilbrink was notaris in Lunteren en bezat uitgestrekte landerijen. Haar moeder was een Van der Ham en ook die familie was destijds in goede doen. Omstreeks 1910 overleden haar ouders en de nalatenschap stelde Anna in staat haar man financieel te steunen. Want hoewel zijn ambachtelijke en authentieke scheppingen gretig aftrek vonden en hij zijn prenten doorgaans goed kon verkopen, had dit hem nooit de financiële middelen kunnen verschaffen voor al zijn reizen en onderkomens.

Veelzijdig kunstenaar
Nieuwenkamp ontwikkelde zich tot een zeer veelzijdig kunstenaar: graficus, tekenaar, architect, schrijver, etnograaf, ontdekkingsreiziger, schipper, scheepsbouwer, schilder en kunstkenner en verzamelaar van Oost -Aziatische kunst. Van zijn reizen bracht hij belangrijke objecten mee, o.a. voortbrengselen van kunst en nijverheid. Hij bouwde een eigen collectie op, maar kocht ook stukken in opdracht van etnografische musea in Nederland en Duitsland. Hij was een gedreven werker. Wie zijn vele producties ziet, begrijpt dat deze kunstenaar zeer gedisciplineerd gewerkt moet hebben en zich voortdurend met alle facetten van het kunstbedrijf heeft beziggehouden.

Nalatenschap
In 1947 richtte Nieuwenkamp de Stichting Museum Nieuwenkamp op, met als doel zijn nalatenschap te behouden en bekendheid te geven. Ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag werd in 1949 in Edam het Museum Nieuwenkamp officieel geopend, waar een gedeelte van zijn werk en van zijn Indische collectie werd tentoongesteld. Dit museum moest echter in 1975 wegens geldgebrek sluiten. De stichting bestaat nog steeds, nu onder de naam Stichting W.O.J. Nieuwenkamp.

Kunstbroeders.
Belangrijke tijdgenoten met wie hij contact had, waren:

  • Jan Toorop (1858-1928), die het portret van Nieuwenkamp tekende ter gelegenheid van diens 50ste verjaardag.
  • J.G. Veldheer (1866-1954), die voor 1900 met Nieuwenkamp door Nederland reisde om steden en dorpen te tekenen.
  • J.M. Graadt van Roggen (1867-1959), die Nieuwenkamp leerde etsen.
  • Willem Vaarzon Morel (1868-1955), die met Nieuwenkamp reisde naar o.a. België en Parijs (nog voor 1900).
  • Marius Bauer (1867-1932), schilder, graficus en evenals Nieuwenkamp een oriëntalist.
  • Simon Moulijn (1866-1948), een lithograaf die enige tijd op De Zwerver woonde.
  • Pieter Dupont (1870-1911), etser die hij in Parijs ontmoette.
    R.W.P. de Vries jr. (1874-1952) die ook kritieken schreef en als redacteur van Elsevier´s Geillustreerd Maandschrift veel met Nieuwenkamp te maken had
  • S.H. de Roos (1877-1962), o.a. letterontwerper voor lettergieterij Tetterode en boekverzorger.
  • R. Bonnet (1895-1978), schilder die op advies van Nieuwenkamp naar Bali vertrok.